Historiek

In 1141 ontvingen de Norbertijnen van Floreffe bezittingen in Houthalen, waar ze vijf mansi of circa 60 bunders grond aangeboden kregen van de Naamse gravin Ermesinde, beschermvrouw van de abdij, en van Hendrik II, hertog van Limburg. Paus Eugenius III bekrachtigde in 1145 deze schenkingen, die de oorsprong vormden van Hengelhoef, een geïsoleerd domein tegen Genk aan de bovenloop van de Roosterbeek, een deels glooiend terrein, vandaar dat de naam een samenstelling is van heng (bij hangen) "hellend terrein" en lo "bos". In 1179, reeds sprake van een boerderij.

In 1400 stond er op Hengelhoef een bedehuis. Het domein was driemaal zo groot als Kelchterhoef. Op Hengelhoef werd op grote schaal aan bijen- en schapenteelt gedaan, en wellicht ook aan visvangst. Op 5 augustus 1798 werd het domein als zwart goed verkocht en daarbij als volgt omschreven: Engelraede: hoevegebouwen, brouwerij, bakkerij, schuur, stallingen, 40 bunders (circa 35 hectare) land en weide, 19 bunders (15,5 hectare) schaarbos en ven, 70 bunders (61 hectare) heide en negen bunders (8 hectare) vijvers. Koper was de Heusdense advokaat P.A. Nicolay. Zijn familie gaf Hengelhoef later terug aan Floreffe. In 1844 verbleef de nieuwe eigenaar, de rentenier J.H. Hauwaerts, zelf op zijn goed. Sedert 1850, bewoond door de familie Wittouck van Sint-Pieters-Leeuw.

Het domein werd door aankopen vergroot tot 549 hectare. De gebouwen werden tot een herenwoning omgebouwd en uitgerust met een voor die tijd moderne boerderij met watermolen. Men had er een eigen waterleidingnet met pomp en er was zelfs een distillerie met tientallen werknemers die alcohol produceerde. In 1895, ruim 440 hectare gronden. Na brand in het begin van de 20ste eeuw, heropbouw van het kasteel, confer hardstenen gevelsteen met inscriptie: LE CHÂTEAU D’ENGELHOF/ A ÉTÉ RECONSTRUIT/ PAR LE BARON ET LA BARONNE/ FERNAND DE BEECKMAN/ DE VIEUSART/ - EN L’ANNÉE 1903.

In 1962 In het begin kwam het domein van circa 320 hectare in het bezit van vzw Gezondheidszorg. Sedertdien groeide het uit tot een van de grote Belgische sociale vakantiecentra. Het kasteel werd een congrescentrum. Eind 2000 werd het centrale gedeelte van Hengelhoef verkocht aan de federale overheid om er een opvangcentrum voor vluchtelingen in te richten. Wegens juridische problemen sloot dit asielcentrum op 28 maart 2002 zijn deuren. Sindsdien werd het kasteel gebruikt als vergaderaccomodatie voor vzw Gezondheidszorg en partnerorganisaties. Sinds 2021 is het kasteel in gebruik als vergader- en congrescentrum.

Op de Ferrariskaart (1771-77) wordt het ten zuiden van een waterloop met drassige beemden gelegen complex C(en)se et Cabaret à Hingel hoef genoemd, hetgeen pachthoeve betekent en een etablissement waar men drank en eventueel maaltijden serveert. In deze bron komt het kasteel met mogelijke dienstgedeelten in een van een langer zuid-westelement voorziene U-vorm voor, met ten noorden ervan, aan de overzijde van een tussenin lopende weg, (een deel van) de langgestrekte pachthoeve. Het geheel is er omgeven met omhaagde akkers, met dito moestuinen ten noorden. 

In de Atlas van de Buurtwegen (1845) is ongeveer dezelfde toestand aan te treffen. Wel wordt de waterloop aldaar met Henge(u)lsbroekbeek aangeduid, is de weg naar het noorden van de hoeve verlegd, komt het kasteel in dezelfde configuratie voor, evenwel met zuid-westaanbouw, is (een deel van) de ten noorden gelegen hoeve L-vormig en wordt het kasteel ten noordoosten en zuidoosten vergezeld van twee heden verdwenen, kleinere losstaande langgestrekte elementen.

Bij de huidige toestand ligt het kasteel ten zuidwesten, op de plaats die vroeger werd ingenomen door het langere zuid-westelement van de U-vorm. Thans sluit de hoeve ten noorden ongeveer U-vormig aan bij het kasteel, terwijl het meest ten noorden gelegen deel van de boerderij nu grotendeels parallel met de Hengelhoefdreef voorkomt, terwijl het vroeger schuin ten opzichte van de weg lag. Hieruit kan men besluiten dat ook dit element na 1845 werd heropgebouwd, vermoedelijk ook in het begin van de 20ste eeuw, nadat brand de gebouwen had geteisterd.

Hoevegebouwen

Van één à anderhalve bouwlaag uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Aan straatzijde van het kasteel sluit rechts het meest zuidelijk gelegen deel van de U-vormige hoeve haaks aan. Dit haakse element met zuid-westdakschild en stallingen aan erfzijde, mogelijk ouder in kern, is aan de kant van de ingang van het congrescentrum voorzien van een analoge bepleisterde en beschilderde afwerking als bij het kasteel, gelijkaardige muuropeningen en een gietijzeren pomp met hardstenen kuip.

Met gewone en krulankers verankerd bakstenen complex op gecementeerde of breukstenen plint met gecementeerde afzaat onder van enkele dakvensters en een dakkapel voorziene, al dan niet geknikte, verspringende zadeldaken (mechanische pannen), met veelal gecementeerde aandaken en enkele ronde uilengaten in de zijgevels; deels bewaard houtwerk, onder meer geprofileerde daklijstbalkjes. Enkele analoog afgewerkte, (on)versneden afgeschuinde steunberen aan straatzijde. Deels aangepaste en gedichte, veelal getoogde, rondbogige en rechthoekige muuropeningen, deels onder ijzeren I-balken, de stalvensters met ijzeren roedeverdeling. Aan straatzijde, grotendeels mergelstenen rondboogpoort, die toegang geeft tot het in het midden door een kastanjelaar beschaduwd erf, in een geprofileerde omlijsting onder dito daklijst, met in de puntgeveltop genoemd hardstenen wapenschild van de familie de Beeckman-de Vieusart.

Links van de inrijpoort, koetshuis met aan erfzijde drie rechthoekige poorten onder luifel van 1991, confer inscriptie.

Tussen koetshuis en kasteel in, lange zuid-oostvleugel met voornamelijk stallingen, waarboven hooizolders. Dakruitertje met klokje. Aan straat- en erfzijde, telkens één beluifelde rechthoekige poort. Rechts van de inrijpoort, dienstvleugel, waarvan de functie niet duidelijk is, met in het verlengde een meidoornhaag, aan erfzijde een paar rechthoekige poorten en een haaks aansluitende langsschuur, laatstgenoemde aan straatzijde voorzien van een rondboogpoort van een dubbele rollaag en een platte laag en aan erfzijde van een beluifelde rechthoekige poort, enkele oculi en leilinden.

Ten noordwesten van deze schuur sluit nog een dienstgebouw aan met eveneens een rechthoekige poort aan erfzijde. Ten zuiden van het erf, klein losstaand rechthoekig diensgebouwtje van witbeschilderde baksteen op grijsbeschilderde gecementeerde plint. Ten zuidwesten van het erf, recente garages.

Bron: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kanton Peer, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19N3, Brussel - Turnhout.
Auteurs :  Pauwels, Dirk
Datum: 2005